Hoofdstuk 4: Op zoek naar de klonen vol. 2

“Waar oh waar zouden ze toch zijn?” vroeg Sachi. “Weet-ik-niet” zei R.O.B. “En waar is Lodewijk?” vroeg Akira. “Volgens mij,” zei Fleur, “is Lodewijk op zoek naar de klonen van alle vechters…” Zij ging verder: “Maar om hem mijn ‘ex’ te noemen vind ik een beetje gemeen. Ik houd er alleen van als mensen mij bij de voornaam aanspreken, en ik heb het ook altijd zo gedaan. Ik houd niet van aparte woorden die mensen mij geven zoals ‘vriend/vriendin’, ‘beste vriend/vriendin’, ‘geliefde’, ‘echtgenoot/echtgenote’, ‘mijn man/vrouw’, ”mijn kind’, ‘zoon/dochter’, ‘ex’ of andere woorden die bij mensen genoemd worden. En ook niet als het met persoonlijkheden te maken heeft. Ik wil gewoon zijn wie ik ben. Gewoon mezelf. Niks anders.” “Dat vind ik wijs gesproken van je, Fleur.” zei Mr. Game and Watch. Opeens zag Mr. Game and Watch een kloon van Mario in het water zwemmen. “Hé, wat is dat daar? Even kijken…” zei hij. Hij liep van de groep vandaan en bekeek de kloon van alle kanten. De kloon had een paars petje op zijn hoofd en zwarte overalls, en naast hem zwom een dame met een zwart met gele jurk. “Dat zouden klonen van Mario en Peach kunnen zijn…” dacht Game&Watch. Fleur liep met hem mee. De klonen merkten opeens dat er twee uitdagers naar hen zaten te kijken. Met een sprong kwamen zij het water uit. “Hé, hoe is het?” vroeg de kloon van Mario. “Goed, en met jullie?” vroeg Game&Watch. “Goed, want jullie hebben ons gevonden!” riep de kloon van Peach uit. Game&Watch zei: “Ik hoorde tussen het gebabbel van mijn collega’s iemand de borstcrawl, of de schoolslag , of wat het ook mag zijn doen. Heb jij zin om te vechten?” De zwart-witte kloon van Mario verscheen opeens weer. Vlakbij hen verscheen een gele kloon van Luigi. Zes vechters, drie tegen drieën stonden tegenover elkaar. “Als jullie ons verslaan worden wij jullie bondgenoten. Deal?” vroeg de gele kloon van Luigi. “Deal!” riep de zwart-witte kloon van Mario. “Nou, dat is dan afgesproken.” zei Game&Watch. De zes vechters vochten met drie tegen drie twee minuten lang tegen elkaar. 

[embedyt] http://www.youtube.com/watch?v=vyx_oIZ6wZw[/embedyt]

“Ja, dat is goed!” riep de kloon van Mario met het paarse petje. “Hoe meer klonen, hoe beter.” zei de gele kloon van Luigi. “Wie ben jij eigenlijk?” vroeg Game&Watch. “Ik ben het oude evenbeeld van Nanco van toen hij Super Mario 64-filmpjes maakte. Zoek de volgende klonen en je komt een heel eind verder.” zei de gele Luigi. Toen verdwenen de vier klonen in het niets. Ondertussen was Lodewijk op zoek naar een kloon van Bowser. Hij zocht in Bowser’s duistere wereld en vond er twee. “Bwa ha ha ha!” lachte de ene kloon die op Lodewijk af was gesprongen. Hij was volledig groen. “Wie ben jij?” vroeg Lodewijk. “Ik ben een kloon van Bowser, en ik zie er net zo uit als Bowser er toen uit zag in Super Mario World. Naast mij staat zijn blauwe kloon die eruit zag als de nep-Bowser in wereld 4 van The Lost Levels. Dus eigenlijk vecht je nu tegen tegen twee Bowsers. Als jij van ons kunt winnen, dan gaan wij met je mee. Goed?” zei de groene kloon van Bowser. “Is goed. Let’s-a-go!” zei Lodewijk. Hij vocht twee minuten lang in zijn eentje tegen de twee Bowser-klonen.

[embedyt] http://www.youtube.com/watch?v=2R-m7DwvOho[/embedyt]

“Huh? Waar zijn jullie?” vroeg Lodewijk. “Gefeliciteerd. Wij horen vanaf nu bij jou.” hoorde hij de twee stemmen van de Bowser-klonen galmen. Luigi en Peach waren ondertussen tegen hun twee andere klonen aan het vechten en hadden het gevecht gewonnen.

Naar hoofdstuk 5: Alweer thuis!