“Zo, daar zijn we dan,” zei Lodewijk, “in het gebied waar ik eerder was geweest. Wat vind jij ervan, mijn zoon?” “Dat is moeilijk te zeggen,” zei Floris, “Eerst is het bloedheet, dan weer ijskoud, dan kurkdroog, en dan weer kletsnat! Vertel mij eens, papa, wat voor landschap is dat?” “Dit is de bevroren inferno.” zei Lodewijk, “Het is het enige landschap waar hitte en kou met elkaar samen gaan. Mario is hier eerder geweest.” “Ik ken het hier niet.” zei Link. “Ik ken het als mijn tuinbroekzak!” zei Mario, “maar ik mis mijn broer wel een beetje.” “Hoe dat zo?” vroeg Lodewijk. “Mijn jongere broer heeft een tijdje samengewoond met prinses Daisy en 3 kinderen gekregen. Het oudste kind heet Hugo, en zijn jongste dochters heten Kylie en Lilly. Hugo heeft een hekel aan mij, want hij denkt dat ik maniakaal en stom ben. Maar daar klopt niks van, toch?” vertelde Mario. “Ik geloof je, Mario.” zei Lodewijk. Daarna vroeg Mario: “Wil jij hem voor mij zoeken?” “Ja hoor.” zei Lodewijk. Hij liep naar een koude ruimte, want hij had het bloedheet. “Hallo? Is daar iemand?” hoorde Lodewijk roepen. “Maar… Dat is Luigi! Ik moet…” wilde Lodewijk zeggen, maar toen maansprong Luigi op Lodewijk af.
“Wie ben jij?” vroeg Luigi, “Ik zou jou toch eerder gezien hebben…” “Luigi, ik ben Lodewijk.” zei Lodewijk, “En nu je toch tegen mij aan hebt gesprongen, zit er niks anders op…” “Ik begrijp wat je bedoelt.” zei Luigi. Hij ging verder: “Jij wil tegen mij vechten. Maar pas op, het is nu 3 tegen één. Mijn ex en mijn oudste zoon zijn gekomen om mij te helpen, want wij bewaken het spookdeel van de schat. Dus maak je borst maar nat!” “Oké, laten we vechten!” riep Lodewijk.
Lodewijk kwam in een groot slagveld vlakbij het landschap. “Wacht! Wij komen jou ook helpen!” hoorde Lodewijk van verre. Lodewijk’s vrouw Fleur en zijn zoon Floris kwamen aangesneld. “Drie tegen drie kan ook tegenwoordig,” zei Floris, “en ook al ben ik te jong, ik kan het wel!” Ondertussen kwamen ook twee anderen naar Lodewijk’s familie toe gelopen. Het waren Mario en een Japanse samoerai. De samoerai heette Akira. “Ik kan jou ook helpen, Lodewijk. Vind jij het goed?” vroeg de samoerai. “Ja hoor,” zei Lodewijk. “Ik help Luigi,” zei Mario, “want ik ben zijn broer!” Opeens hoorden de 8 uitdagers stemmen van twee meisjes. De ene had blond haar in een knotje en zag eruit als een aapje. De ander had los zwart haar en scheen haar dochter te zijn. “Goedenavond allemaal en welkom bij dit gevecht!” zei het blonde meisje, “Mijn naam is Luisa van Helsing, en dit is mijn dochter Skye! Aan mijn kant zitten in het groene team: Mario, Luigi, Daisy en Hugo, oftewel de veteranen!” Het publiek klapte en juichte. “En aan mijn kant,” zei Skye, “zitten in het rode team: Lodewijk, Fleur, Floris en Akira, ook bekend als ‘de bijna gewende vechters’!” Het publiek juichte en klapte weer. Luisa zei toen: “Deze twee teams van 4 zullen elkaar tegenkomen. Ze moeten vechten in een tijdslimiet van 5 minuten op dit slagveld.” “Er liggen overal superpaddenstoelen, hulptrofeeën en smashballen op het slagveld. Als het rode team het groene team heeft verslagen, krijgt de hoofdman van het rode team wat mee van het groene team. De leden van het groene team gaan het rode team dan helpen tijdens de zoektocht naar de schat van St. Joris.” zei Skye. “We tellen nu af!” riepen moeder en zoon in koor. Toen telden zij af: “3, 2, 1, AF!”
Klik hier voor het gevecht.
“De winnaar is…” zei Skye en in koor zeiden haar moeder en zij: “Het rode team!” Lodewijk en zijn vrienden hadden gewonnen. “Lodewijk, je vriend, je familie en jij hebben heel erg goed gevochten. Neem deze bijna onzichtbare spookedelstenen. Wij helpen je verder om de schat te zoeken.” zei Luigi. “Here we go!” juichten Lodewijk, Fleur en Floris. “Jullie hebben ook heel goed je best gedaan. Hier is een presentje uit Japan. Neem het maar.” zei Akira. Hij gaf Lodewijk een waaier mee. “Voor jou, mijn vrouw. Voor als je het te warm hebt.” zei Lodewijk, en hij overhandigde haar de Japanse waaier. “Het is eigenlijk voor de hele familie.” zei Akira, “Maar nu moet ik weer terug naar het kasteel van mijn vader, de Japanse keizer. Bel mij maar als je klaar bent met alle 10 onderdelen van de schat te vinden!” “Is goed. Eh doei doei Akira!” zei Lodewijk. “Doe de groeten aan je vrouw en zoon!” zei Akira en hij vertrok naar zijn kasteel. “Fleur en Floris, jullie krijgen de groeten van Akira.” zei Lodewijk. “Doe hem zo maar de groeten terug!” zei Fleur. En hoe het verhaal verder gaat zien we in het volgende deel.