Hoofdstuk 8: Lodewijk leert zwemmen en duiken

Lodewijk en zijn familie en vrienden liepen het Toad-huisje binnen. “Kijk,” zei Fleur, “Als je in dit schilderij springt, kun je weer teruggaan naar een plek waar je eerder de groene sterren verzameld hebt. Misschien kun je weer leren zwemmen…” “Maar Fleur, ik kan niet zwemmen!” stamelde Lodewijk. “Wat niet kan is nog nooit gebeurd, Lodewijk.” zei Fleur, “Volg mij, dan kun je weer leren zwemmen.” “Is goed,” zei Lodewijk, “Maar wie kan mij dan leren zwemmen?” “Dat kan ik-a-voor je doen!” zei Mario, “Ik-a-kan heel erg goed zwemmen! Kom maar met me mee, dan zal het je leren.” “Dag, mijn vrouw!” zei Lodewijk. De twee helden waren nu in een grot waar veel water in zit. Samen met Mario probeerde Lodewijk bij de les te blijven. “Doe je benen uit elkaar, en dan weer in elkaar. Doe dan tegelijkertijd je armen naar voren en dan naar je zij. Zo kun je zwemmen.” “Is goed,” zei Lodewijk. Hij probeerde te zwemmen. Na twintig minuten kon hij heel goed zwemmen. “Heel goed!” zei Mario, “Nu kun je duiken. Verplaats je lichaam naar beneden en zwem zoals je van mij hebt geleerd. Maar blijf niet te lang onder water, anders verdrink je.” “Begrepen!” zei Lodewijk. Hij dook onder water en zwom overal naartoe. Hij pakte ook een paar munten die in het water lagen. Onder water zei Mario: “Goed gedaan. Deze munten worden gebruikt voor meer energie onder water en extra levens. Verzamel 50 om een leven te krijgen.” “Oké.” zei Lodewijk onder water. Hij dook nog dieper in het water en raad eens wat hij daar had gevonden? Een groene ster die hij al verzameld had, dus het is een onzichtbare ster! “Here we go!” riep Lodewijk. Hij kwam terug bij zijn familie en riep trots: “Vrouw en kind, ik ben weer terug! Ik kan zwemmen!” “Ik ben blij dat je het hebt geleerd van één van je idolen, papa.” zei Floris, “Ik heb ergens achter een vurige fabriek een nieuwe wereld ontdekt, en…” “Wacht even, ik weet wat je bedoelt!” onderbrak Lodewijk zijn zoon. Hij zong een liedje: “Want zo veel lava en ijs in één gebied, dat is zo bijzonder zoals je ziet…” “Mama, waar heeft papa het nou toch over?” vroeg Floris. Fleur zei toen: “Dat zie je straks in het volgende deel. Dan kunnen wij de fabriek in gaan.”

Naar hoofdstuk 9: Warm en koud!