Lodewijk was klaar met de onderdelen voor de schat te verzamelen en had ze naast de Pokébal en de 10 Rupees in zijn kist gestopt. “Op naar Bowser! Die zal ons helpen tijdens het volgende gevecht.” riep Lodewijk. Fleur zei: “Ik ga je helpen. Jan-Willem en Jara gaan op onze zoon passen.” “Ja, dat willen we wel.” zeiden Jara en ik. “Oké! Here we go!” riep Lodewijk.
Lodewijk en zijn vrouw renden naar de sterrendeur, want Lodewijk had alle sterren in de groene sterrenwereld allang verzameld. De deur ging open. Lodewijk en Fleur renden en sprongen de buis in. Daarna maansprongen zij op weg naar het slagveld van Bowser.
“Hallo, Lodewijk.” zei Bowser, “Wat fijn dat je er bent. Wat is er gebeurd?” “We waren in een valkuil geduwd door Gerard Gruwel, maar gelukkig zijn wij er weer uit gesprongen.” zei Lodewijk. “Goed zo,” zei Bowser, “Maar vertel eens, waarom ben je naar mij toe gekomen?” “Nou, gewoon…” zei Lodewijk, “wij hebben je hulp nodig. En ook een gesprekje onder vier ogen.” “Kan ik regelen,” zei Bowser. Hij vertelde het verhaal:
“Gerard heeft een heleboel slechte dingen gedaan. En er was ook een vrouw die dan wel gescheiden van haar man was en haar best deed om Gerard beschaafd op te voeden, maar dat lukte niet. Ik zag net hoe Gerard je vrouw mishandelde, zoals je eerder zag. Hij chanteerde haar om te weten waar de schat lag.”
“Geen probleem,” zei Lodewijk, “Een deel van de schat is allang gevonden. Het zit allemaal in dit kistje.” “Laat niks zien aan mij…!” zei Bowser, “Het is een geheim voor jouw familie! Als Gerard het ziet…” “Sorry Bowser, dat was een vergissing. Ik heb de schat in mijn broekzak opgeborgen.” zei Lodewijk. “Dat is goed,” zei Bowser, “want ik ga je vrouw en jou helpen tijdens het gevecht. Zullen we naar het Slagveld gaan?” “Ja, dat is de perfecte plek om Gerard te verslaan!” riep Lodewijk.
Iedereen maansprong naar boven. Gerard zag Lodewijk. Fleur en Bowser kwamen met Lodewijk mee. Gerard lachte gemeen: “Ha ha ha haa! Jullie kunnen mij toch niet verslaan!” “Oh nee?” vroeg Lodewijk, “Ik zorg ervoor dat jij de schat nooit kunt afpakken!” Zo was Patrick in het tweede (en waarschijnlijk het laatste) gevecht tegen Gerard gekomen.
Klik hier voor het gevecht.
“Huh? Waar is Bowser?” vroeg Lodewijk. “Ik weet het niet. Maar er ligt wel een sleutel voor het oprapen. Die sleutel kun je gebruiken om de kist op slot te doen voor je hem opvouwt. Als je die pakt, dan kunnen we verder gaan met de volgende opdracht!” zei Fleur. “Dank je wel, Bowser! Tot de volgende keer!” riep Lodewijk en hij pakte de sleutel.
“Kijk, papa en mama!” riep Floris toen zijn ouders weer terugkwamen. “Wat is er aan de hand?” vroeg Lodewijk. “Ik heb nog meer delen van de schat gevonden! Het zijn kleine goudklompjes van 25 centimeter. Terwijl jullie vochten heb ik samen met Jan-Willem en Jara het goud gevonden in de oude mijn! Neem het maar.” zei Floris.
Lodewijk vouwde de kist op en deed hem open. Toen deed hij de goudklompjes in de kist, deed hij de kist dicht, draaide hem op slot met de sleutel, vouwde de kist op en deed hem in zijn zak.
“Nu moeten we weer verder gaan met zoeken naar onderdelen van de schat. Kom papa, kom mama, we gaan verder!” zei Floris enthousiast. “Joehoe!” riep Lodewijk. “Jippie!” riep Fleur.