Ondertussen wandelde ik met Jara in de bossen. “Wat is het hier mooi,” zei Jara. “Ja, dat vind ik ook.” zei ik, “de vogeltjes zingen, de paddenstoelen ruimen alles op en…”
“HEEEELP!” hoorden we plotseling roepen. “Dat is Lodewijk! We moeten hem helpen!” riep Jara. Het gepantserde rode meisje en ik renden naar een diep gat.
“Hallo Lodewijk! Alles goed met jou?” riep ik naar beneden. “Nee!” riep Lodewijk, “Ik ben in deze valkuil gevallen! Gerard heeft ons erin geduwd zonder dat wij het door hadden! Kunnen jullie ons helpen?” “Ja!” riep ik, “Maanspring naar boven! Dan kun je twee onzichtbare sterren voor de schat verzamelen!” “Hoe weet jij nou dat wij een schat verzamelen?” vroeg Lodewijk. “Ik ben de verteller, maar ik verschijn ook af en toe in jouw verhaal. Kom maar naar boven, dan zien we wel wat we kunnen verzamelen!” riep ik. “Is goed!” riepen Lodewijk en zijn vrienden en familie, en ze sprongen met zijn allen naar boven. “Ik hoop maar dat Ajax op TV komt…” dacht Lodewijk.