Hoofdstuk 4: Op zoek naar de held van Hyrule

Lodewijk en zijn familie hadden er weer een teamgenoot bij, en dat was de Pokémon Charizard. Zo gingen ze samen naar de poort van Whomp’s bos. Dat is een buis vlakbij een grote boom.

Lodewijk zei: “Kijk, een brief!” Floris pakte de brief en las: “Zoek de held van Hyrule. Een tip: Hij is ook bespeelbaar in een racespel.” Toen zei Lodewijk: “Dat betekent dat wij de buis in moeten springen! Kom op allemaal!” Lodewijk, Fleur, Floris en Mario sprongen de buis in.

Toen ze in het bos aankwamen, keek Lodewijk in het rond, of er niet ergens een brief te vinden was. Maar hij zag niks. Hij pakte zijn toverstaf en zei: “Ik wens, ik wens dat er een brief ligt!” “Maar dat ligt er toch al?” vroeg Fleur. “Hoe zie je dat?” vroeg Lodewijk. “Ik heb een bril op. Was je dat niet opgevallen?” zei Fleur overtuigend.

Floris pakte het briefje aan de waterkant en las:

“Ergens op de waterval kijkt de man van berg en dal,
met een muts zo groen als gras,
als je maar wist dat het Link was.
Hij heeft 10 groene Rupees verstopt
en kun je daarvoor tegen hem vechten? Dat klopt.
Als je wint, krijg jij je prijs,
en kun je verdergaan met je reis.”

Lodewijk sprong meteen naar boven richting de gedroogde waterval. Daar zag hij Link, die geduldig op een uitdager stond te wachten.

Hoort bij Nintendo

Hoort bij Nintendo

“Hallo vreemdeling. Wie ben jij?” vroeg Link. “Hallo, ik ben Lodewijk.” zei Lodewijk. Toen zei Link: “Ik heb gewacht op iemand die mij gaat uitdagen voor een gevecht. En ik zie dat je een zwaard hebt, dus we kunnen elkaar bestrijden met gelijke wapens. Als je wint, krijg je de 10 Rupees en help ik je in het avontuur.” “Oké, laten we vechten!” riep Lodewijk.

Klik hier voor het gevecht.

“Ik moet eerlijk zeggen: je bent een hele goede vechter. Je lijkt een beetje op mij. Ik ga je nu tijdens het zoeken naar de schat helpen.” zei Link.

Hij ging verder: “Oh, en ik was je bijna vergeten deze 10 prachtige Rupees te geven die ik net heb verzameld in het bos. Hier zijn ze. Pas er goed op.” Link gaf Lodewijk de 10 Rupees. Daarna sprongen Link en Lodewijk in het water en zwommen zij naar een kampvuur.

“Neem maar een kippetje. Je zal wel honger hebben.” zei Link. “Dank je,” zei Lodewijk. Toen het kippetje gaar was deelde Lodewijk het kippetje over zijn familie en vrienden. Link is ook een vleeseter, moet je weten. Hij eet het liefst wild, maar hij had nu een verdwaald kippetje gestolen van een boerderij en had ook nog het kippetje geslacht. Lodewijk en zijn vrienden en familie smulden van het kippetje en binnen 5 minuten was het kippetje opgegeten.

“Heeft het gesmaakt, mijn waarde vrienden?” vroeg Link. “Ja, het heeft gesmaakt.” zei Lodewijk. Hij ging verder: “Wist je dat ik eigenlijk een koning ben?” “Nee,” zei Link, “maar nu wel. Het was een eer om je te ontmoeten. We zien elkaar hopelijk morgen. Het is al avond, dus dat betekent dat jullie rustig kunnen gaan slapen. Tot morgen.”

Naar hoofdstuk 5: Jan-Willem’s hulp!