Nadat iedereen zich klaarmaakte voor het naar bed gaan (sommige Mii-personages bleven lang op) kwam er weer iemand binnen. Niemand kon zien wie het was. Behalve de nachtwaker dan, want die sloop de schim achterna. Hij tikte hem op de schouder en zei zachtjes: “Sorry, dit gebouw is vol. U kunt hier niet in, want alle deuren zijn vergrendeld.” De schim zei zachtjes: “Maar meneer, ik wil alleen wat…” “Waardevolle dingen stelen. Dat weet ik maar al te goed. Hup, d’r uit met jou!” De sterke nachtwaker vatte de schim bij de kraag en gooide hem naar buiten. De schim kwam met een doffe plof op de grond. “Wat was dat? Wat is er aan de hand?” vroeg Zyler. “Niks. Er was waarschijnlijk een inbreker binnengekomen die wat van ons wilde stelen, maar dat lukte niet. Voor de rest, niks bijzonders.” zei Akira. “Dan had ik het toch goed gehoord. Slaap lekker.” zei Zyler.