Akira voelde opeens een schaduw over hen en de anderen heen komen. “Ik geloof dat het gaat regenen.” zei hij dromerig. “Nee dat zijn geen wolken,” zei Sachi, “dat is een luchtschip!” Sanem keek verbaasd naar boven. Jara zei: “Volgens mij zijn dat Bowser, Bowser’s hulpjes en Bowser’s enige zoon Bowser Jr.” Meryll zei: “Nooit van gehoord.” “Ik heb ze ook nooit gezien!” schreeuwde Minato tussen het lawaai van de propellers van het luchtschip door toen het dichterbij kwam. “Het is echt reusachtig!” riep Zyler hard uit. “Wacht, ik zie wat…” zei Kian toen hij zag dat een groot gedrocht op hen af kwam springen. Iedereen sprong achteruit van schrik. Het gedrocht begon hard te lachen. “Bwa ha ha ha haa! Mijn naam is Bowser! Ik ben de koning van de Koopa’s! Lodewijk had mij al verteld dat jullie waanzinnig goede vechters waren.” vertelde het gedrocht.
“Kent u Lodewijk? Bent u een goede vriend van hem?” vroeg Akira. Bowser zei: “Dat heb je correct! Ik heb hem in zijn laatste twee avonturen geholpen om Gerard te verslaan. Maar nu ik jullie zie dacht ik: ‘kom, laat ik het maar eens lastig maken voor deze strijders’. Dus als jullie tegen mij willen vechten, bereid je voor! Bwa ha ha ha ha ha ha ha haaa!” “Nou, laten we dan maar vechten.” zei Akira, “Ten aanval!” En de 7 helden (behalve Minato, want die was te zwak en zijn aanvallen waren niet krachtig genoeg om tegen Bowser te vechten) namen het op tegen de koning van de Koopa’s. Terwijl ze vochten keek Minato toe achter een boom. Hij was zo goed verstopt dat niemand hem kon zien. Hij klom zelfs de boom in voor een beter overzicht.
Klik hier voor het gevecht tegen Bowser.