Hoofdstuk 1: De achtste held

Akira en zijn vrienden werden op een ochtend heel laat wakker. Zij werden gewekt door de keizer en de keizerin. Ayumi zei: “Lieve schat, er komt zo nog iemand jullie helpen vandaag in het volgende avontuur. Hij gaat ook bij jullie logeren. Het is een donkerhuidig jongetje dat de lengte heeft van een basketballer, en met spierballen. Hij is dan wel knap, maar ook heel aardig. Oh, daar komt hij al!” “Hallo allemaal!” riep de nieuwkomer enthousiast. “Mijn naam is Zyler, en ik kom uit Philadelphia in de Verenigde Staten van Amerika! En wie zijn jullie?” “Mijn naam is Akira Hashimoto.” zei Akira. “Hashimoto? Klinkt meer als Hatsjie-moto! Hahahahahahatsjie!” grapte Zyler hard lachend tegen Akira. “Ja, het klinkt een beetje alsof je niest, maar eigenlijk zeg je Hà-sjie-mó-tó.” zei Akira beleefd. Maar hij lachte stiekem ook wel met de lange jongen mee. “Mijn naam is Sachi Watanabe. Ik ben Akira’s beste vriendin.” zei Sachi, “en dit zijn Sanem Aksoi en Minato Fukumoto.” “Ik ben Jara Roodroos.” zei Jara. “Ik ben het kleine beertje Meryll.” zei Meryll. “En ik ben de stoere kater Kian.” zei Kian. “Hé, jou ken ik! Ben jij niet de zoon van de beroemde tegenstander van mijn reusachtige oom?” vroeg Zyler opgewekt en vrolijk. “Dat heb je goed,” zei Kian, “Ik ben de zoon van Little Mac, en jij bent de neef van Mr. Sandman.” “Jaaaa!” juichte Zyler, “Maar nu even ernstig, ik geloof dat dit jullie nieuwste avontuur wordt…” “Ik begrijp wat je bedoelt, maar wat ben je eigenlijk van plan?” vroeg Akira. “Wij kunnen een keer een cross-over proberen…” zei Zyler. “Wat is een cross-over?” vroeg Akira. “Een cross-over is een avontuur met 2 of meerdere werelden door elkaar. Het kan dus zijn dat we meerdere personen ontmoeten, want ik heb ook Lodewijk en zijn vrouw gezien, en ook hoe goed jij hem hielp met het zoeken naar de schat.” vertelde Zyler. “Oh, nou weet ik het weer.” zei Akira, “Het was op de bevroren inferno. Maar nu is het echt alles door elkaar. Klopt dat?” “Ja, zeker klopt dat!” zei Zyler, “Kun jij mijn mooie spierballen zien?” “Ja, ik kan ze zien.” zei Akira. “Zelfs zonder spierpak heb ik de sterkste spieren van iedereen! Of tenminste, dat is mij verteld…” vertelde Zyler. “Kom maar gezellig met ons mee,” zei Sachi, “dan zien we wel wat we beleven.” En iedereen ging weer ontbijten en praten over het laatste avontuur dat Akira en zijn vrienden beleefd hadden.

Naar hoofdstuk 2: De samenvatting