Hoofdstuk 2: Vliegenmeppen

In de kamer van Lilly kwam opeens een hele grote vlieg binnenvliegen. Het was een Watinga met griezelig kijkende ogen. Lilly, die normaal een erg rustig gezicht had, schrok zich een aap, maar toch pakte zij haar vliegenmepper om hard tegen de Watinga te meppen. Diddy Kong hielp haar een handje. De Watinga schoot dan wel projectielen naar de twee uitdagers, maar daar trokken zij zich niks van aan. De Watinga ging na 20 seconden dood. De buren van Lilly en Diddy Kong kwamen naar hun buurman en buurvrouw toe. “Zeg, wat is dat daar voor lawaai? Wat is er aan de hand?” vroegen ze verbaasd. Olimar en Meryll hadden het lawaai van hun buurman en buurvrouw van verre afstand gehoord. “Ik was geschrokken van een hele grote vlieg, maar met alle moeite hebben wij hem allemaal lellen gegeven met onze vliegenmeppers. Die vlieg maakte erg veel lawaai en vuurde projectielen af toen we op hem mepten!” zei Diddy Kong. “Het is maar goed dat er geen meubels in mijn kamer waren. Ik zal de deur voortaan wat vaker dicht doen…” zei Lilly. “Kwam het niet door Vliegdag, ik bedoel Vrijdag?” grapte Meryll. “Misschien…” zei Lilly, nu weer langzaam. “Kom, we gaan maar weer eens terug naar huis. Fijn dat het weer goed is, trouwens.” zei Olimar. “Tot later!” zei Diddy Kong. “Dag…” zei Lilly.

Naar hoofdstuk 3: Jara is een Mii-bokser geworden!