Hoofdstuk 7: DE RODE RIDDER?!

Terwijl Akira en Sachi op avontuur waren in de jungle zei Lodewijk in zijn appartement: “Ik gooi mijn zwaard weg!” “Waarom?! Dat zwaard staat je fantastisch!” zei Meryll verbaasd. “Ik ben het zat! Ik wil nu een keer iets anders dan dat eeuwige Middeleeuwse spul hebben!” zei Lodewijk boos. Hij gooide zijn zwaard weg in de vuilnisbak, deed een armkanon in zijn rechterarm en deed toen zijn rugzak om. Die rugzak had Lodewijk als kind heel vaak gebruikt toen hij naar school ging. Nu zit er allemaal munitie in waarmee hij energieprojectielen, raketten en andere dingen af kon schieten. “Raad eens?” vroeg Lodewijk. “Vertel het eens?” vroeg Jara. “Ik word een Mii-cyborg!” riep Lodewijk ontzettend blij nadat hij boos was. “Ongelooflijk… Ik was vroeger een Mii-cyborg, en nu ben jij er een! Dat is precies het tegenovergestelde!” riep Jara, die haar ogen groot opzette van verbazing. “En echt, ik zitje niet te foppen! Hier is Lodewijk 2.0!” riep Lodewijk heel erg blij. Opeens kwam er een vreemde man binnen (ik noem de naam niet, maar toch wil hij het. Ik doe het liever niet, en misschien is het beter zo.) en vroeg: “Waar is mijn, ik bedoel onze vrouw?” “Ik weet niet waar jij het over hebt, knul.” zei Lodewijk. “De afspraak was dat wij SAMEN met Fleur zoude trouwen!” schreeuwde de vreemde man. “Nee, fout, (doet zoemer na) Fleur heeft al iemand, want zij is al bezet. Zij heeft verkering met Mr. Game and Watch.” zei Lodewijk. “Maar dat was niet de afspraak! IK wilde jou helpen, en Bowser mocht het niet!” schreeuwde de onbekende man. “Ik kan jou niet in mijn avontuur herinneren. Ik weet niet eens wie jij bent.” zei Lodewijk kalm. De man dreigde met zijn zwaard. Er was een groot gevecht gaande tussen die twee. “Daar gaat mijn verhaal over Lodewijk…” jammerde Nanco. Ondertussen werd Alkhorm vrijgelaten wegens goed gedrag. Zijn gezicht was veranderd in een brave en jeugdige gezicht. “Weet je wat?” vroeg hij, “Ik stop met stropen en ga het goede pad op, want dat wilde ik altijd al.” “Dat is fijn. Gedraag je je een beetje?” vroeg de tevreden bewaker in de kerker van het kasteel kasteel Osaka. “Ik zal het lekker rustig aan doen en me heerlijk ontspannen. Dag hoor!” zei Alkhorm blij. De bewaker nam hem mee naar boven, en zo liep Alkhorm door de poort, blij dat hij geen slecht mens meer is. Op dat moment kwam de nachtwaker tussen Lodewijk en de vreemde man in staan. Hij sprak: “Wat had Larissa jullie nou verteld? We vechten hier niet voor de glorie en de ruzie, maar” de onbekende man kwam ertussendoor en riep: “WAAR BEMOEI JIJ JE MEE?!” De nachtwaker pakte toen de twee ruziemakers op en smeet ze het appartementengebouw uit. “Daar gaat mijn beste vriend…” zei Nanco teleurgesteld. “Maar Nanco, ik heb het wel voor je eigen bestwil gedaan. En zeker nu het laat in de avond is.” zei de nachtwaker, “Eens krijg jij een nieuwe beste vriend. Wie het is, is een verrassing. Dus maak je geen zorgen, alles komt in orde.” “Ik ben een klein beetje in de war…” zei Nanco. “Waar is papa nou gebleven?” vroeg Floris. “Blijf maar bij ons. Game&Watch wordt jullie nieuwe vader.” zei Fleur geruststellend. “Maar wat moet ik nou?” vroeg Gerard, “Wat moet er van me worden nu Lodewijk er niet meer is?” “Je kunt een modeontwerper helpen om kleren te maken.” zei Kian. “Maar het spijt me ook voor jullie allemaal,” zei Zyler, “Gerard, Kian en ik moeten weer eens opstappen. Wij gaan samen de wijde wereld in trekken. Maar wees gerust, als er een nieuwe baby geboren wordt, dan gaat die ook op het eiland wonen. Tot de volgende volgende volgende volgende keer daaaaaaaaaaag!” “Hé,” zei Nanco, maar toen waren er 4, ik bedoel 5 mannen weg. 2 van die mannen waren er allang uit, maar de laatste drie gingen net weg. Daarna gingen er ook wat gasten weg om op reis te gaan, zodat het aantal mannen kleiner dan 50 werd. Juist op dat moment kwamen Akira en Sachi terug. “Nanco, wij zijn weer thuis. De nachtwaker heeft ons…” Sachi was nog niet uitgesproken, of ze zag tot haar verbazing dat er een groot aantal mannen en één vrouw weg waren gegaan. “Waar zijn onze vrienden nou gebleven?” riep Sachi. “Ik weet het niet,” zei Akira, “en ik maak mij er ook niet druk over. Wij hebben in ieder geval een nieuwe kamer. We zijn weer terug, en dat is het enige dat telt.” Hij stapte kamer 106 binnen, en Sachi kwam in kamer 107. “Zouden de rode stukjes mantel nou van de “Rode Ridder” zijn, waar jullie het over hadden?” vroeg Larissa, “Die man had misschien per ongeluk tijdens de ruzie zijn mantel stukgesneden met zijn zwaard…” “DE RODE RIDDER!?!?” gilde Akira angstig, en hij viel flauw op de grond. “Bel het ziekenhuis! Bel de politie! Mijn vriend is niet goed geworden!” riep Sachi paniekerig. “Rustig maar,” zei Minato, “Akira moet eerst even uitrusten. Hij schok echt heel hevig van het gebeuren over de Rode Ridder…” “Zeg die naam niet! Ik krijg er zo’n kippenvel van!” riep Meryll bang. “Wat gebeurt er toch allemaal?!” vroeg Nick, die er tussen was gekomen. “De rode ridder is langsgekomen en heeft zijn woede op Lodewijk afgereageerd!” Nick gooide een handdoek in de kamer. “Wat moet dat voorstellen?” vroeg Minato. “Als het te erg wordt,” zei Nick, “moet ik als scheidsrechter een handdoek in de ring gooien. Ik doe het ook als mensen laaiende ruzie hebben en anderen er bang van worden. Doe maar rustig aan. Nanco is rustig, mijn broer is rustig, mijn zus is rustig, dus laten we gewoon eerst rustig ademhalen en er dan over praten. Inademen door je neus… …en uitademen door je mond.” Iedereen werd rustig van het in- en uitademen. “Denk maar niet dat alles je schuld is. Laat alles los…” zei Nick. “Denk maar aan je amiibo. Als je daar niet blij van wordt…” zei Larissa. “Zij hebben tegen het personage waar ik voor heb gespeeld gevochten en gewonnen. Dat vind ik een fijne gedachte. Ik heb trouwens weer zin in kinderen…” zei Nanco. “Ik zal voor altijd een Mii-zwaardvechter blijven…” zei Jara, “en ik blijf voor altijd en eeuwig op dit eiland.” “Ik ook…” zei Lilly. “We kunnen ook niet overal naartoe gaan.” zei Minato, “Er moet eerst een plan gemaakt worden. Dan pas kun je naar de bestemming gaan die je leuk vindt.” Sachi en Meryll waren niet meer bang. Iedereen stond met beide voeten op de grond en concentreerde zich alleen maar op de rust in henzelf. Er was een hoop gebeurd. Nu gaat het weer een beetje beter.

Naar hoofdstuk 8: Akira komt bij!