Hoofdstuk 4: Op stroperjacht!

Hoofdstuk 4: Op stroperjacht!

Op dat moment zag Sanem een stroper die op beren jaagde. Zij gooide onmiddellijk een heleboel werpsterren op hem af. De stroper viel dood neer.

Opeens kwam er nog een stroper. Die jaagde op vossen. Sachi en Akira gooiden tegelijkertijd 3 shurikens op de stroper af en die viel ook neer.

Daarna kwam een derde stroper. Die jaagde op wasberen. Meryll laadde haar honingschot op en schoot toen haar volledig opgeladen energieprojectiel op de stroper af. Die stroper vloog door de lucht en brak zijn armen en benen. En zo ging iedereen door tot er geen enkele stroper te bekennen viel.

“Ik geloof…” zei Meryll plotseling, “…dat er een gevecht op ons te wachten staat. Wij moeten het met zijn vijven opnemen tegen de baas van die verschrikkelijke stropers.” “Dat gaan we doen.” zei Akira. Hij knipte zijn zaklamp aan en zag hoe eng en kwaad de stropersbaas keek.

De stropersbaas had een Ganondorf-kapsel, donkerblond haar en een agressief kijkend gezicht met 28 ontblote tanden en gitzwarte ogen. Kortom, hij was een moordenaar die aandacht aan de bio-industrie besteedde. “Ten aanval!” riep Akira. En zo namen de 5 strijders het op tegen de stropersbaas Alkhorm. Het waren dus vier zwaardvechters en een cyborg in berenpak.

Klik hier voor het eindgevecht.

Nadat ze Alkhorm een paar keer hebben ge-KO’d in twee minuten juichten de dierenliefhebbers en rangers uit Japan de helden toe. Alhoewel, er zaten ook wat vissers bij. Die hebben hun vangst achtergelaten voor de beren en de wasberen. Dat is op zich wel goed…

Meryll zei: “Wat zijn jullie dapper! Nu is het bos helemaal veilig!” “Dat vind ik helemaal fijn,” zei Akira, “en het is weer tijd om naar kasteel Osaka te gaan. De zon gaat onder…” “Mogen wij met jullie mee? Wij willen jouw kasteel graag van dichtbij bekijken!” zeiden Jara en Meryll. “Ja hoor.” zei Akira, “En jullie mogen ook in het kasteel blijven slapen.”

De 5 strijders wandelden de hele weg terug naar het kasteel Osaka. De man van de uitkijk riep naar de brugwachter en de portier: “Daar zijn onze helden weer! Haal de ophaalbrug naar beneden en open de deuren van het kasteel!” De brugwachter en de portier gehoorzaamden de man van de uitkijk direct. Akira, Sachi, Sanem, Jara en Meryll liepen het kasteel in.

De bediende zei: “Goedenavond, oh Akira, Sachi, Sanem en gasten. Komt u maar mee naar de troonkamer. De keizer verwacht u.” De helden liepen met de lakei mee naar de troonkamer.

Toen ze daar aankwamen zei Akihiro: “Goedenavond, Sachi, Sanem en mijn zoon. Ik zie dat jullie veel moeite hebben gedaan om in een donker bos te wandelen en daar tegen stropers te vechten. Zonder jullie waren de dieren in ons bos verdwenen en konden wij ze niet meer van boven ons kasteel zien. Maar wie zijn deze gepantserde rode vechter en dat kleine schattige beertje met die honingpot?”

“Ik ben Jara Roodroos, ik ben 20 jaar, ik woon in Haarlem en ik houd van de liefde.” zei Jara. “Mijn naam is Meryll van Helsing, ik ben 0 jaar, ik woon op VanHelsing Island en ik hou van de natuur.” “Aangenaam,” zei de keizer, “maar kom maar met mij mee. De kok heeft net een heerlijke sushitafel voor ons klaargemaakt. Wist jij dat beren ook vis eten?” “Ja, dat wist ik.” zei Meryll, “En ik vind vis ook lekker!” En zo aten onze helden van de sushitafel met stokjes, en als toetje aten zij Japans gefrituurd roomijs. Daarna ging iedereen om de beurt douchen, tanden poetsen en dan tegelijk naar bed. Akira, Sachi, Sanem, Jara en Meryll droomden in hun bed van honing, beren en bijen. En ze leefden nog lang en gelukkig.

EINDE

Wil je het verhaal nog een keer lezen? Ga dan hier terug naar hoofdstuk 1: De terugkeer van de helden!

Wil je weten hoe het verder gaat? Lees dan het derde verhaal van Akira en zijn vrienden.