Hoofdstuk 2: Lodewijk belt Akira

Akira pakte de telefoon op. “Hallo met Akira? Met wie spreek ik?” “Ja, Lodewijk hier. Ik wil je zeggen dat mijn laatste avontuur een geweldig en succesvol avontuur was. Ik heb niet alleen de schat compleet gemaakt, maar ook heel veel nieuwe vrienden gemaakt. En jij? Wat heb jij gedaan?” zei Lodewijk aan de telefoon. “Ik heb de dieren in het Japanse bos gered, twee nieuwe vrienden gemaakt (minder dan jij), tegen stropers gevochten en feest gevierd.” vertelde Akira. Hij ging verder: “Ik heb ook samen met mijn beste vriendin mijn vader en moeder geholpen om een nieuwe maar domme vijand uit het kasteel in de slotgracht te gooien. Hij kookte van woede zodat het water ook kookte en hij doodging. Wat vond jij ervan?” “Heel goed!” zei Lodewijk, “Ik wist wel dat jij net als ik de held bent! Maar wie is nou de sidekick, en wie is nou de echte held?” “Nou, ik ben de sidekick en jij bent de echte held.” zei Akira Lodewijk dromerig na. “Nee,” zei Lodewijk, “jij bent ook een held! Daarom zei ik het! Hahahahaha!” “Nou, dan zijn wij allebei een held, elk met een andere persoonlijkheid.” zei Akira comprimerend. “Over vrienden gesproken, wie zijn je vrienden?” vroeg Lodewijk. “Luister, ik kan iedereen een hoop vertellen, maar niet alles over wie we zijn en wat we doen. Maar ik kan je wel vertellen hoe we heten. Het lange meisje met zwart haar en twee staartjes is Sachi Watanabe.” zei Akira.m”Hallo, Lodewijk!” zei Sachi vrolijk tegen Lodewijk in de telefoon. “De kleinere maar oudere vrouw is de stille Turkse Sanem Aksoi. Zij zijn ninja’s.” zei Akira. “Ja, ik begrijp het.” zei Lodewijk. “Eén van de twee nieuwere vrienden die ik gemaakt heb zijn een oude bekende en een heel klein schattig meisje in een berenpak.” zei Akira. “Wie zijn dat dan?” vroeg Lodewijk. “De ene persoon die ik ontmoet heb heet Jara Roodroos. Je kent haar ook.” zei Akira. “Maar dat is dat meisje dat ons hielp met het zoeken naar de schat!” riep Lodewijk blij. “De ander heet Meryll van Helsing.” zei Akira, “Je hebt een kopie van haar op je 3DS, weet je nog?” “Oh ja natuurlijk! Zij was op de 3DS van de schrijver van onze verhalen geboren!” riep Lodewijk blij. Hij ging verder: “Maar nu weet ik genoeg. Ik hoop dat we elkaar snel weer tegenkomen. Misschien tot morgen!” zei Lodewijk. “Dag, Lodewijk,” wilde Akira nog zeggen, maar Lodewijk zei: “Oh, en je krijgt de hartelijke groeten van Fleur!” “Dat vind ik fijn om te horen. Doe ze maar weer aan je familie terug. Tot morgen, vriend Lodewijk!” zei Akira. “Doei doei Akira!” zei Lodewijk nog een keer. Hij hing de telefoon op, en Akira hing ook op en legde de telefoon weer terug aan de lader. “Meisjes, ik denk dat we nu eens even gaan uitrusten.” zei Akira, “Want we moeten ons klaarmaken voor ons volgende avontuur. Daarvoor moeten we eerst rust in ons hoofd hebben. Kom maar lekker luieren. Niemand zal ons meer storen.” “Oh wat heerlijk om lekker in te dommelen. Meryll en ik waren nog nooit zo boos geweest…” zei Sachi. Sanem en Jara liepen naar de woonkamer toe en lagen op de Sofa Longue in te dutten. Na twee uur heerlijk rusten riep de keizer onze helden voor het eten. Deze keer aten ze rijst met garnalen en andere zeevruchten. Daarna gingen ze douchen, tanden poetsen en naar bed. Ze sliepen nu veel dieper dan normaal…

 

Naar hoofdstuk 3: De pijlsnelle zwarte ninja!